Verantwoording
Wat heb je nu weer ontdekt?’ vroeg mijn opa Seyn mij, nadat ik op zestienjarige leeftijd met een tienertour de archieven bezocht. Ik herinner me zijn met verbazing vervulde blik, toen ik hem het verhaal van Casper vertelde. Het bleek niet aan volgende generaties te zijn overgedragen, anders dan een paragraaf in de publicatie van prof. Blok, die aan Nijhoff-zijde zeker niet onbesproken was gebleven.

Wouter Nijhoff en zijn echtgenote Johanna Alida Seyn in de tuin van hun huis aan de Duinroosweg, Den Haag 1919. Familiearchief. (Foto niet opgenomen in De Schatbewaarder).
In 1905 was Wouter Nijhoff uitgever van Geschiedenis eener Hollandsche Stad. In dit werk wordt kort ingegaan op de zaak. Casper was de grootvader van zijn diepgelovige vrouw. Ook daar stokte de overlevering. Ik had in die jaren goed contact met haar kleinzoon Faan Nijhoff, met wie ik hartelijk om de verworven spotprent heb gelachen, maar bij wie het relaas niet bekend was.
Aanleiding voor de tijdreis was dat ik wilde weten wat mijn voorvader bezielde. Het opgevoerde mysterie van de vroedschapspenningen, politici die in de schaduw bleven en relaties en omgangsvormen tegen het decor van een boeiende stad, in een tijd waar verscheidene van mijn interesses hun oorsprong vinden. De romantiek van stoomlocomotieven, opkomst van fotografie, inrichting van het openbaar bestuur. Gaandeweg de zoektocht bleek Thorbecke er een verrassende mening over te hebben. Mijn uitgangspunt is dat de beleving van Teerlink zomaar eens zo geweest kan zijn. De karakters worden in hun waarde gelaten in termen zoals er in die jaren over hen werd geschreven. Hun werkelijke, vaak al prachtige, namen worden gebruikt. Soms met een klein accent.Het Leydsch Jaarboekje van 1931 meldt dat juist toen de Fransen kwamen, de vroedschapspenningen op waren. Terwijl deze, decennia later, omgesmolten zijn teruggevonden in de collectie van Casper. Wat was de relatie tussen burgemeester Gael, die in de Bataafse tijd door de Fransen van diefstal uit de tegenvallende stadskas werd verdacht, en de anonieme schenker die na zijn overlijden in 1846 de zoon van deze burgemeester bleek te zijn? Voer voor complotdenkers?
Bron: Verantwoording 'De Schatbewaarder', Huib Veldhuijsen 2017.
Foto thuispagina Generaal Seyn in 1928 . Van officële zijde is er grote belangstelling voor de begrafenis van Dorus Rijkers op het kerkhof in Den Helder. Middelste rij v.l.n.r.schout-bij-nacht Quant, kolonel Seyn en Henri ter Hall. Collectie Spaernestad photo, 'Het Leven' 1906-1941. Geheugen van Nederland.